Rentmeesterschap

Door: Martin Mulder

Afgelopen november waren er waterschapsverkiezingen bij Regge en Dinkel. Jullie weten dat ik daar als kandidaat aan heb meegedaan. Ik ben ook weer gekozen in het Algemeen Bestuur voor de partij Water Natuurlijk. Op het moment van dit schrijven zijn we bezig met het vormen van een coalitie. Of we daar in mee gaan doen en wie dan namens onze fractie in het dagelijks bestuur gaat plaatsnemen is nu nog niet bekend. Veel deelnemende partijen hadden in hun verkiezingsprogramma, net als Water Natuurlijk, een verhaal over duurzaamheid. Het verschil is dat het dan om partijen gaat met een christelijke signatuur. Concreet gaat het dan om de SGP, CU, CDA als christelijke partijen en ook om de AWP (algemene waterschapspartij), die voor een deel bestaat uit agrariërs, en dus ook hun wijsheid ontlenen aan de Bijbelse waarheden. De motivatie van deze partijen om duurzaam om te gaan met ‘de aarde’ en in engere zin dus met het Twentse watersysteem, is gebaseerd op het Bijbelse rentmeesterschap. De vraag is dus boeiend, nu we met die coalitievorming bezig zijn, of Bijbels rentmeesterschap dezelfde natuurbescherming oplevert als dat WaterNatuurlijk dat als seculiere partij voorstaat.

Even kort de waterschappen in historisch perspectief.
Om als boer jaarlijks een goede oogst van het land te kunnen halen, gingen boeren samen werken in kleine waterschappen om de afwatering van de percelen te waarborgen. Al vechtend tegen de elementen proberen boeren al sinds mensenheugenis hun bestaan op het land in stand te houden. Hoe meer je als mens afhankelijk bent van wat de natuur je wil geven, hoe meer de mens geneigd is daar een hogere macht bij te zoeken die hem bijstaat in die strijd. Daarom werden veel waterschappen vroeger bestuurd door goedgelovige boeren, die geloofden dat ze een goddelijk bevel hadden gekregen om een goed rentmeester te zijn over al wat God hen gegeven had. Het hoogste rendement (menselijk voordeel) haal je dan eruit door goed samen te werken.
Er waren ooit meer dan 1000 waterschappen in Nederland. Elke sloot had bijna een eigen waterschap. Nu zijn er nog 26 waterschappen die een wateropgave hebben die veel verder gaat dan het alleen goed laten functioneren van een boeren waterlopensysteem.

Wat is Bijbels rentmeesterschap?

De Scheppingsopdracht

Gen.1:26-28
26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’

page1image44749280

Foto: Is Gods boodschap goed overgekomen?

page1image44749072 page1image44747200

Foto: Of mag het ook wil iets minder?

Wat betekenen de termen heersen en onderwerpen?

God plaatst de mens als Zijn beelddrager en vertegenwoordiger in de door Hem geschapen wereld. De mens, geschapen naar het beeld van God, krijgt in Genesis 1:28 meteen een functie. Hij wordt aangesteld als ‘heerser’ over de schepping. Dit heersen staat dus in direct verband met het beelddrager zijn van God.

Genesis 1:28 vormt de klassieke hoeksteen voor het rentmeesterschap: “Vervult de aarde, onderwerpt haar, heerst over de vissen, vogels en landdieren”.
In de westerse cultuur is van dit gedachtegoed veelvuldig misbruik gemaakt. Het heersen is in de praktijk een uitbuiten voor eigen behoeften geworden. Maar onderwerpen en heersen betekent niet: veroveren, plunderen etc. Zo gaat God niet om met planten en dieren.
Het is ook niet: Ontwikkel de wereld , bouw huizen, kerken, fabrieken en doe ‘en passant’ ook iets aan de bescherming van de natuur. Het heersen moet een afspiegeling zijn van Gods Heer-zijn over deze aarde. Het heersen in Bijbelse betekenis staat in het teken van dienstbaarheid. ‘Heersen over’ is dan zoveel als: regeren, besturen, leiding geven, beheren, zorgen voor, begeleiden. Het Koninklijke heersen richt zich op wijsheid en gerechtigheid.
‘Onderwerpen’ houdt dan in: zorgen dat we het in de hand houden, in bedwang houden, ongewenste ontwikkelingen voorkomen. Zie het als goed management, met liefde, verstand, wijsheid, energie en aandacht. Heersen over de aarde kan dus niet anders dan ten goede komen aan de schepping.

Het scheppingsverhaal en het daarvan afgeleide rentmeesterschap kent dus in principe een andere benadering van de natuur dan vanuit een seculier natuur- en milieubesef (= Europese wetgeving) verwacht mag worden.

Het Bijbelse rentmeesterschap ziet de mens als ‘heerser over al wat kruipt over den aarde’. Daar is de nut-gedachte van afgeleid, die vooral ook in de vroegere jachtwet verwerkt zat. Vanuit het rentmeesterdenken is het voor de mens geoorloofd om het bedreigende deel van de natuur te bestrijden (muskusratten, schadelijke insecten, mollen, distels, brandnetels, enz.) en ook wat goed te eten is ‘weidelijk’ te consumeren (jachtwild, in gevangenschap houden van ‘comsumptiedieren’). Bij dat consumeren hoort ook het verworven recht van de mens op het recreatief medegebruik van de natuur (en dus ook van de mooie Twentse beken). Geld investeren in natuur waar we niet in mogen komen, waar we niet mogen jagen, enz., dat vinden we vanuit de rentmeesterschapgedachte niet interessant en dus ook vaak niet de moeite waard.

Het seculiere natuur- en milieubesef is tegenwoordig vanuit de Europese vogel- en habitatrichtlijnen doorvertaald naar de te beschermen Natura2000 gebieden en naar de Nederlandse flora- en faunawet. De essentie van die wet is dat wij als mens een algemene zorgplicht hebben voor alles wat leeft op de aarde. Dus ongeacht of dat leven nut heeft voor ons. De intrinsieke waarde van elk levend wezen wordt hierin beschermd. Vanuit die onbaatzuchtige gedachte zijn er plekken:

Voor alleen de mens, waarbij we ons ‘nest’ mogen schoonhouden van onkruid en ongedierte (‘on’ staat voor ongewenst). Dus ons huis en directe woonomgeving.

Voor mens, planten en dieren samen. Voor Nederland het grootste gedeelte van het buitengebied en soms wat ‘natuur in de stad’.

Voor alleen planten en dieren. Dit is Europees vastgelegd in het N2000 netwerk en per land aangevuld met een eigen ecologische infrastructuur (EHS (o.a. de meeste Nederlandse bossen)/robuuste verbindingszones / provinciale EHS / gemeentelijke natuurgebieden / particuliere natuur van o.a. natuurmonumenten, enz.. Recreatie mag wel, mits het de aanwezige natuurwaarden (overigens door de mens vastgesteld) niet bedreigd.

Dat vervolgens een kamerlid als Annie Schreijer-Pierik die FFwet weer van alle kanten uitkleedt, door vanuit de Bijbelse rentmeestergedachte te regelen dat weer allerlei dieren afgeschoten mogen worden en door natuurgebieden van de N2000 status af te helpen, geeft natuurlijk goed aan dat ons collectieve natuurbesef nog leunt op de vroegere traditie van het nut-denken. (natuur is prima, als ik er maar geen last van heb)

Als waterschap zijn we een overheid en dienen we de in de geest van de Europese en Nederlandse wetgeving te werken en te handhaven. Dat is de laatste jaren in het beheer en onderhoud middels een ‘gedragscode flora en faunawet’ geïmplementeerd en dat zien we ook terug in de landelijke discussie over nut en noodzaak m.b.t. de ‘ongedierte’-bestrijding (voor ons vnl. muskusratten en beverratten). Ook de Europese Kaderrichtlijn Water heeft in zich dat we de kwaliteit van het

page2image45016416 page2image45016832 page2image45017040

‘waterlandschap’, en alles wat daar aan natuur van afhankelijk is, dienen te respecteren en zoveel mogelijk te herstellen, ongeacht of dat direct nut heeft voor de mens.

Het implementeren van de activiteiten, afgeleid van de ‘seculiere’ natuurbeschermingsgedachte, gaat allemaal nog moeizaam, omdat het rentmeesterdenken bij ons allemaal nog diep in de genen zit.

Vanuit de Oosterse filosofie (o.a. Boeddhisme) gaat het natuurbesef overigens nog veel verder. Die zegt dat alles goddelijk en dus ‘bezield’ is, en daarmee ‘bestaansrecht’ heeft. Een ascetische leefwijze is daarvan het gevolg. Ascese staat voor een leven van ontzegging en reinheid.
De in de laatste duizenden jaren doorgeëvolueerde monotheïstische wereldgodsdiensten kennen nu alleen nog een soort van oppergod en alleen de mens is daarbij nog bezield. Mijn vader had als goed katholiek dan ook geen enkele gewetenswroeging als hij een merel uit de boom schoot als die zijn kersen opat of als een kip geen eieren meer legde, dat hij die dan zonder enige schroom de kop afhakte. Zijn motto: ‘geen probleem, deze dieren hebben toch geen ziel te verliezen’.

Volgens de ‘moderne’ godsdiensten mag je dus echt als voorbestemd, bezield mens heersen over al het overige wat de aarde voortbrengt. De natuur is door de mens ter eigen nutte ontgoddelijkt en dus al duizenden jaren vogelvrij verklaard.

Moeten we dan weer met zijn allen terug naar de eerste natuurgodsdiensten of naar het Boedhisme? Dat denk ik niet. Ascetisch leven in Nederland moet je dan ook zien in de westerse context en dat is dat je alleen duurzaam geproduceerde producten aankoopt, die je ook echt nodig hebt om maatschappelijk te kunnen functioneren en alleen eten koopt dat op een duurzame wijze is geteeld. Je kunt daar verder in gaan door bijv. een biologische en vegetarische leefwijze voor te staan. (zie artikel ‘Vleesch noch Visch’ in HET lenteBLAD 2007). Dat naar ieders eigen overtuiging, inzicht en kunnen. We kunnen met 6 miljard mensen, en ook met 9 miljard (verwachte maximum) redelijk blijven consumeren. Maar dan is het wel volgens de beginselen van eerlijk delen en duurzaam produceren en effectief consumeren (zie artikel over duurzaamheid in HET zomerBLAD 2007 “de tuinman of de natuurliefhebber”).

Als Westerse mens zijn we niet altijd even consequent en hebben vaak een dubbele moraal (bijv. wel vlees eten uit de bio-industrie en vervolgens tegen de jacht op wilde dieren zijn). Daarom stemt ook niet iedereen op WaterNatuurlijk, omdat men het misschien wel eens is met wat de partij voorstaat, maar men zich toch als mens niet te veel ‘geneugten des levens’ wil ontzeggen.

Foto: een natuurlijk watersysteem als voorwaarde voor duurzame voedselproductie en voor het duurzaam in stand houden van de natuur

page3image44271024

Als partij WaterNatuurlijk hebben we wel in ons programma staan dat we een duurzaam waterbeheer voorstaan. Onze overtuiging, gebaseerd op wetenschappelijke kennis, is dat een natuurlijk watersysteem voorwaardelijk is voor zowel een duurzame voedselproductie als voor het duurzaam in stand houden van de weinige natuur die we nog in Nederland hebben.

Nu we als Water Natuurlijk waarschijnlijk samen met het CDA gaan ‘regeren’ zie je dat alle punten waar we nog overeenstemming over moeten bereiken, dat die een relatie hebben met hoe je tegen dat rentmeesterschap aan kijkt. Het Bijbelse CDA zegt dus: natuur beschermen prima, maar de Twentse boer moet zonder beperkingen kunnen blijven boeren. Water Natuurlijk zegt: Waar Twentse natuurwaarden in stand gehouden moeten worden, niet die doelen aanpassen aan de mens, maar de mens past zich aan aan de natuurdoelen. In de praktijk betekent dit dat ongeveer 70% van Twente onbeperkt kan boeren (geen natuurbeperking) en dat ongeveer 30% van het Twentse platteland rekening moet houden en zich moet aanpassen aan de aanwezige natuur. Dat aanpassen levert dan vervolgens een aantrekkelijk kleinschalig boerenlandschap op met concentraties aan puur natuur in de beekdalen en in de Natura2000 gebieden (zoals de dinkel en de Engbertsdijkvenen). In dat boerenlandschap is boeren met een beperking mogelijk. Samen moeten we dan beslissen of en wie die beperking dan gaat betalen.

Dus een interessante periode in waterschapsland. Blijft het Bijbelse rentmeesterschap de sturende waarheid of gaan we nu echt de stap maken naar het seculiere rentmeesterschap, dat vanuit Brussel wordt voorgestaan? De tijd zal het leren.

Deel dit bericht: